De olieprijzen zijn de afgelopen twee maanden fors opgelopen. Voor een vat Brent-olie uit de Noordzee betaalde je bijvoorbeeld begin juli nog 75 dollar, terwijl de prijs inmiddels is gestegen naar zo’n 94 dollar. Dat is een plus van zo’n 25 procent.

De stijging wordt vooral toegeschreven aan productiebeperkingen van Saudi-Arabië en Rusland en het vooruitzicht van een aantrekkende vraag naar energie in de wereld.

Volgens sommige analisten zit er letterlijk meer in het vat. De vraag uit China (de grootste olie-importeur ter wereld) kan mogelijk aantrekken na diverse maatregelen van de Chinese centrale bank om de economie van dat land te ondersteunen.

Ook loopt de reeks renteverhogingen in de Verenigde Staten en Europa ten einde. Dat kan de vraag naar olie, en daarmee de prijs, een impuls geven.

Dat is uiteraard slecht nieuws voor automobilisten, maar voor beleggers in de oliemarkt breken mogelijk gouden tijden aan. Niet voor niets wordt olie ook wel het zwarte goud genoemd.

Met ETF's profiteren van een hausse in de oliemarkt

ETF's kunnen een handig instrument zijn om in te spelen op een hausse in de oliemarkt. Je krijgt dan een portefeuille met verschillende aandelen, waardoor je minder risico loopt dan wanneer je in slechts één of een handvol bedrijven zou beleggen.

Er bestaan ook beleggingsproducten waarmee je kunt speculeren op een stijging van de olieprijs. Business Insider zet drie verschillende opties voor je op een rij:

  • een ETF die belegt in oliebedrijven uit Europa, de VS of wereldwijd
  • een ETF die belegt in dienstverleners in de olie-industrie
  • een beleggingsproduct dat de olieprijs volgt

Optie 1: een ETF die belegt in oliebedrijven

De meest voor de hand liggende manier om in de oliesector te beleggen is via een indexfonds dat belegt in bedrijven die olie oppompen en verwerken. Neem bijvoorbeeld de iShares Oil & Gas Exploration & Production ETF van BlackRock (ISIN-code IE00B6R51Z18). Dit fonds belegt wereldwijd in maar liefst 73 verschillende aandelen.

De geografische spreiding is minder groot dan je op basis van het aantal aandelenposities zou verwachten. Bedrijven uit de VS en Canada snoepen maar liefst 85 procent van de koek op. De weging van Europese aandelen is vrij mager: deze bedraagt nog geen 2 procent.

Je kunt ook een ETF kiezen die zich volledig richt op Amerikaanse oliebedrijven, zoals het Energy Select Sector SPDR Fund van State Street (ISIN-code: IE00BWBXM492). Dit fonds belegt in aandelen uit de S&P500-index, de index met de vijfhonderd grootste bedrijven op Wall Street qua marktkapitalisatie.

Deze ETF heeft aanmerkelijk minder aandelen in portefeuille dan het fonds van BlackRock: 23. Bijna de helft van het fondsvermogen zit in slechts twee bedrijven: Exxon Mobil en Chevron. Dit maakt je portefeuille wel vrij kwetsbaar.

Lees ook: ETF’s op de S&P 500: maakt het uit welke je kiest? Het antwoord is: ja

Alleen in Europese bedrijven beleggen kan ook, via bijvoorbeeld de iShares STOXX Europe 600 Oil & Gas UCITS ETF (ISIN-code: DE000A0H08M3). Ook dit fonds is vrij geconcentreerd. Het belegt in 22 aandelen van grote oliebedrijven, waarvan de top-3 (Shell, Total Energies en BP) 59 procent van het fondsvermogen opslokt.

Verder is er nog een fonds dat de aandelen uit de energiesector in de Europe 600-index screent op ESG-criteria (milieu, sociaal beleid en goed ondernemingsbestuur): de Amundi STOXX Europe 600 Energy ESG Screened UCITS ETF (ISIN-code: LU2082998167). Hier zitten wat minder aandelen in dan in de iShares STOXX Europe 600 Oil & Gas UCITS ETF: 17 in plaats van 22. Shell is een opvallende afwezige.

Optie 2: een ETF die belegt in oliedienstverleners

Een andere manier om in de oliemarkt te beleggen is via een ETF die zich toelegt op oliedienstverleners. Dat is een subsector. De spoeling is hier een stuk dunner. Je zou bijvoorbeeld kunnen kiezen voor de VanEck Oil Services UCITS ETF (ISIN-code: IE000NXF88S1), die op 31 maart dit jaar op de markt is gekomen.

Hiermee beleg je in 25 grote Amerikaanse bedrijven die producten of diensten leveren aan de olie- en gasindustrie. Je moet dan onder andere denken aan ondernemingen die apparatuur produceren en onderhouden, of zich bezighouden met metingen, advies of boringen. Bekende namen zijn Halliburton, Schlumberger en Baker Hughes.

Om te voorkomen dat de portefeuille té geconcentreerd wordt, is afgesproken dat geen enkel bedrijf meer dan 10 procent van het fondsvermogen mag uitmaken.

De Amerikaanse hedgefondsmanager Harris Kupperman liet onlangs weten dat hij voor beleggers meer potentie ziet in dit type aandelen dan in grote oliebedrijven. Ze zijn volgens hem goedkoper, lopen minder geopolitieke risico's (omdat ze in mindere mate zijn gevestigd in landen met grote geopolitieke spanningen) en ontspringen de dans bij het belasten van overwinsten als de olie- en gasprijzen exploderen.

Optie 3: een product dat de olieprijs volgt

Met een belegging in aandelen speel je op een indirecte manier in op een stijging van de olieprijs. De koersen van deze bedrijven volgen namelijk niet één op één de olieprijs. De waardering hangt af van meer factoren, zoals de kwaliteit van de bedrijfsvoering, eventuele schulden en de ontwikkeling van de omzet en winst. Ook is er meer correlatie met de brede aandelenbeurs.

Wil je een directe blootstelling aan de oliemarkt, dan kun je kiezen voor een zogeheten ETC, een afkorting voor een exchange traded commodity. Dit product volgt net als een ETF de koers van een onderliggende waarde. Alleen gaat het dan niet om een aandeel, maar om een grondstof. In dit geval is dat de olieprijs, zoals de West Texas Intermediate (WTI) uit de VS of Brent-olie, dat wordt gewonnen in de Noordzee.

Een voorbeeld is de op Jersey gevestigde WisdomTree Brent Crude Oil ETC (ISIN-code: JE00B78CGV99). Hiermee beleg je niet rechtstreeks in een vat olie, maar koop je een schuldeffect. Deze ETC volgt het rendement van de de Bloomberg Brent Crude Sub Total Return Index, die bestaat uit termijncontracten in Brent-olie.

Met zo'n termijncontract spreken twee marktpartijen af een bepaald product - in dit geval olie - op een afgesproken moment in de toekomst te verhandelen tegen een afgesproken prijs. Als de olieprijsindex waarop dit product is gebaseerd met 1 procent oploopt, stijgt jouw rendement met hetzelfde percentage, na aftrek van kosten. Daalt de index, dan lever je wat in.

Bedenk wel dat een eventuele koersstijging het enige rendement dat je kunt behalen. Anders dan bij aandelen-ETF's ontvang je geen dividend.

Wat levert het op?

Het Internationaal Energie Agentschap (IEA) waarschuwde in zijn laatste maandrapport voor een substantieel tekort aan olie in het vierde kwartaal van dit jaar. In combinatie met de productieverlagingen door Saoedi-Arabië en Rusland kan dat de olieprijs verder opdrijven.

Hoe de olieprijzen zich hierna zullen ontwikkelen, blijft koffiedik kijken. Fossiele brandstof is eindig en veel landen stappen op grote schaal over op alternatieve energiebronnen of -dragers.

In een recente column in de Financial Times schreef Fatih Birol, topman van het IEA, onlangs dat hij verwacht dat de wereldwijde vraag naar olie en gas nog dit decennium een piek zal hebben bereikt. De 'eeuw van schijnbaar ongebreidelde groei' van de vraag naar fossiele brandstoffen staat aan het begin van het einde, zo stelde hij.

Lees ook: Nieuwe waterstof-ETF van VanEck: dit moet je weten over de kansen, kosten en risico’s

Maar voorlopig kan de wereld nog niet zonder olie. Hernieuwbare energiebronnen, zoals wind- en zonne-energie, hebben nog onvoldoende capaciteit om te voldoen aan de wereldwijde vraag naar energie. Ze zijn bovendien niet altijd beschikbaar: windturbines staan geregeld stil en de zon schijnt niet elke dag.

Voorlopig valt er dus nog wel wat te verdienen aan deze fossiele brandstof; ook voor beleggers. Een ander voordeel is dat een (indirecte) belegging in olie een mooie bescherming kan bieden tegen inflatie.

Afgelopen jaar hebben beleggers in alle bovengenoemde ETF's fraaie dubbelcijferige winsten behaald. De rendementen zijn wel nogal grillig. Zo behaalde de iShares Oil & Gas Exploration & Production ETF vorig jaar een plus van 39 procent en het jaar ervoor zelfs een rendement van 69 procent.

Maar in coronajaar 2020, toen de prijs voor een termijncontract voor Amerikaanse olie zelfs even fors negatief was, moesten beleggers in het indexfonds een verlies van maar liefst 32,7 procent incasseren. Je moet dus wel tegen een stootje kunnen.

Behalve een eventuele winst bij verkoop van de stukken, strijk je bij ETF's in aandelen ook dividend op. Fondsaanbieders kunnen ervoor kiezen om deze winstuitkering naar jouw beleggingsrekening over te maken of te herbeleggen. Dat laatste leidt doorgaans tot een hoger rendement, omdat een sneeuwbaleffect wordt gecreëerd: van de winstuitkering worden nieuwe aandelen gekocht, die ook weer dividend uitkeren, enzovoort.

Wat zijn de kosten?

De kosten snoepen een deel van je rendement op, dus dat is een belangrijk selectiecriterium als je in ETF's wil beleggen.

De meest gebruikte maatstaf om de kosten te vergelijken is de total expense ratio (TER). Dit is het bedrag dat het fondshuis jaarlijks inhoudt voor geleverde diensten, zoals het aan- en verkopen van aandelen en het beheer van de portefeuille.

De goedkoopste ETF is het Energy Select Sector SPDR Fund van State Street, dat 0,10 procent per jaar in rekening brengt. De duurste is de iShares Oil & Gas Exploration & Production ETF, die 0,55 procent inhoudt. De rest zit daar tussenin.

Wat zijn de risico's?

De olieprijzen kunnen behoorlijk hard schommelen. Dat is direct voelbaar in een ETC die de prijs van een vat olie volgt, maar het heeft ook zijn weerslag op de winstmarges van oliebedrijven en hun toeleveranciers. Houd er ook rekening mee dat de olie-industrie enorm kapitaalintensief is.

Olie- en gasbedrijven moeten een groot deel van hun opbrengsten investeren om hun toekomstige olieproductie veilig te stellen. Blijft de olieprijs langere tijd laag, dan kan dat ten koste gaan van winstuitkeringen aan aandeelhouders of inkoop van eigen aandelen. Bedrijven kunnen er ook voor kiezen om hun investeringen terug te schroeven, maar ook dat zal de aandeelhouder indirect raken.

Een ander punt om in de gaten te houden is de opmars van alternatieve energiebronnen en -dragers. Dat kan de olieprijs onder druk zetten en het verdienmodel van olie- en gasbedrijven in gevaar brengen. Houd er ook rekening mee dat veel oliebedrijven actief zijn in regio’s die geopolitiek instabiel zijn.

Beleggers in traditionele olie- en gasbedrijven lopen daarnaast nog het risico op gewijzigde regelgeving. Vorig jaar, na de Russische inval in Oekraïne, klotste bij hen het geld over de plinten. Dat leidde tot felle discussies over het belasten van overwinsten.

In Nederland zorgen de miljarden aan belastingkortingen en -vrijstellingen voor het gebruik van fossiele brandstoffen voor breed ongemak en staat het kabinet onder grote druk om deze af te bouwen. Aanscherping van dit soort regels kan olie- en gasbedrijven en hun toeleveranciers raken.

Bij de ETF's die in dollars noteren, loop je verder nog een valutarisico. Als de koers van de dollar daalt ten opzichte van de euro, drukt dat je rendement.

Bij de ETC van Wisdom Tree loop je tot slot nog een tegenpartijrisico. Mocht de uitgevende instelling niet aan zijn betaalverplichtingen kunnen voldoen, dan heb jij een probleem.

Beleggen in olie

Een belegging in een ETF in de oliemarkt brengt bovengemiddelde risico's met zich mee. De oliemarkt zelf is enorm in beweging. Daarnaast ben je met een belegging in één specifieke sector of bedrijfstak sowieso een stuk kwetsbaarder dan met een belegging in een brede markt. Hier moet je wel tegen bestand zijn.

Tegenover deze forse risico's staat het vooruitzicht op hoge rendementen. Dubbelcijferige winsten (na aftrek van kosten) zijn geen uitzondering.

Een nadeel is dat deze belegging niet duurzaam is. Je draagt indirect bij aan de uitstoot van CO2. Veel oliebedrijven houden zich ook bezig met hernieuwbare energie, maar dat is vaak maar mondjesmaat. Dit is een persoonlijke afweging. Mocht je in de oliesector willen beleggen, houd dan de blootstelling beperkt.

Lees meer over beleggen in ETF'S: